Luisteroefening
Internetverslaving
(Fragmenten van een uitzending van Koppen van de VRT - 11/02/2010)

Marucha en Bert proberen het een week lang zonder internet uit te houden...

Oefening 1
Kijk en luister een eerste keer. Zijn deze zinnen juist of fout?
Klik op of om te zien waarom een zin juist of fout is.
Je kan de transcriptie lezen nadat je oefening 2 gemaakt hebt.

Oefening 2
Kijk en luister een tweede keer en probeer de vragen te beantwoorden.
Klik daarna hier om de transcriptie te lezen.

Wat is voor Bert het verschil tussen een leven met internet en een leven zonder internet?

Hoeveel Belgen zijn dwangmatig bezig met internet?

Met hoeveel mensen heeft Bert contact tijdens zijn internetisolement?

Marucha vertelt dat ze ging shoppen in Hasselt. Waarom wilde ze daarna graag op internet?

Welke kenmerken van een internetverslaving worden er gegeven?

Wat heeft Bert geleerd?


Oefening 2

Oefening 1
Activiteit voorgesteld door Griet Lemahieu
Translate? Traduire? Traducir?
Foute zin.
Heel in het begin horen we
Marucha zet heel wat filmpjes, foto's en persoonlijke info op haar profielpagina's. Ze deelt lief en leed met 3.790 digitale vrienden.
Foute zin.
We horen
Voor Bert betekent een week zonder internet een hele opgave. Hij zit vijf uur per dag op sociale netwerksites en heeft ook een eigen TV-kanaal op Youtube waarop hij zelfgemaakte filmpjes post.
Juiste zin.
We horen
■ Toen had ik wel een verslaving volgens mij.
□ Hoeveel uur was je toen bezig?
■ Zes uur of zo minimaal per dag toen.
□ En je bleef thuis van school om...
■ Neen, neen, neen...
□ ... te kunnen internetten?
■ Ah ja, ik heb me toen wel een paar dagen
soms ziek gemeld daarvoor
...
Juiste zin.
We horen
Bert gaat bij vrienden slapen om aan de drang te kunnen weerstaan. Hij heeft steeds meer afkickverschijnselen.
Foute zin.
We horen
Heb je er aan kunnen weerstaan?
Ja, absoluut. Geen Facebook, geen YouTube, geen Noxa en die dingen zou ik normaal...
Ik heb eergisteren wel mijn email gecheckt, maar zoals ik al zei...
Ik heb les, ik heb een uurrooster op te volgen, dus...
Foute zin.
We horen
Ik heb veel geslapen en zo... Maar ik zou twee weken niet aankunnen. Twee weken? No way!