Bij "hele" uren (12.00, 01.00, 02.00 enz.) zeggen we het woord uur na het getal.
English français españolWe gebruiken het woord uur enkel bij "hele" uren (12.00, 01.00, 02.00 enz.).
English français españolWe gebruiken het woord over (minuten + over + (half) uur) voor kloktijden van ..:01 tot en met ..:15 en van ..:31 tot en met ..:44.
English français españolWe gebruiken het woord over (minuten + over + (half) uur) enkel voor kloktijden van ..:01 tot en met ..:15 en van ..:31 tot en met ..:44.
English français españolWe gebruiken het woord voor (minuten + voor + (half) uur) voor kloktijden van ..:16 tot en met ..:29 en van ..:46 tot en met ..:59.
English français españolWe gebruiken het woord voor (minuten + voor + (half) uur) enkel voor kloktijden van ..:16 tot en met ..:29 en van ..:46 tot en met ..:59.
English français españolOm te zeggen hoe laat het is gebruiken we het woord minuten normaal gezien niet.
English français españolIn Vlaanderen zegt men inderdaad vaak na in plaats van over bij uuraanduidingen. Dat is niet gebruikelijk in Nederland.
English français españolWe gebruiken het woord kwart (kwart over... / kwart voor...) voor de kloktijden met ..:15 en ..:45.
English français español
We gebruiken het woord half voor kloktijden met ..:30.
Maar opgelet! Je moet het half uur aftrekken van het volgende uur.
→ 06:30 = Half zeven.
We gebruiken het woord half voor kloktijden met ..:30.
Maar opgelet! Je moet het half uur aftrekken van het volgende uur.
→ 12:30 = Half één.
We gebruiken het woord half voor kloktijden met ..:30.
Maar opgelet! Je moet het half uur aftrekken van het volgende uur.
→ 01:30 = Half twee.
We gebruiken het woord half voor kloktijden met ..:30.
Maar opgelet! Je moet het half uur aftrekken van het volgende uur.
→ 02:30 = Half drie.
We gebruiken het woord half voor kloktijden met ..:30.
Maar opgelet! Je moet het half uur aftrekken van het volgende uur.
→ 03:30 = Half vier.
We gebruiken het woord half voor kloktijden met ..:30.
Maar opgelet! Je moet het half uur aftrekken van het volgende uur.
→ 04:30 = Half vijf.
We gebruiken het woord half voor kloktijden met ..:30.
Maar opgelet! Je moet het half uur aftrekken van het volgende uur.
→ 05:30 = Half zes.
We gebruiken het woord half voor kloktijden met ..:30.
Maar opgelet! Je moet het half uur aftrekken van het volgende uur.
→ 06:30 = Half zeven.
We gebruiken het woord half voor kloktijden met ..:30.
Maar opgelet! Je moet het half uur aftrekken van het volgende uur.
→ 07:30 = Half acht.
We gebruiken het woord half voor kloktijden met ..:30.
Maar opgelet! Je moet het half uur aftrekken van het volgende uur.
→ 08:30 = Half negen.
We gebruiken het woord half voor kloktijden met ..:30.
Maar opgelet! Je moet het half uur aftrekken van het volgende uur.
→ 09:30 = Half tien.
We gebruiken het woord half voor kloktijden met ..:30.
Maar opgelet! Je moet het half uur aftrekken van het volgende uur.
→ 10:30 = Half elf.
We gebruiken het woord half voor kloktijden met ..:30.
Maar opgelet! Je moet het half uur aftrekken van het volgende uur.
→ 11:30 = Half twaalf.
In kloktijden schrijven niet een maar wel één (om misverstanden met het lidwoord een te vermijden).
English français español