■ Ik kom u zeggen dat ik tot advocaat ben beëdigd. Het zal u wel spijten, maar ik ben beëdigd. En dit is dat ik hier kom. Ik zeg u vaarwel. U bestaat voor mij.
□ Gefeliciteerd. ■ U feliciteert mij? Ik kan uw hand niet aannemen. Niet van iemand die me heeft tegengewerkt. □ Of meegewerkt... Of meegewerkt...